NCR_Century-200: ProgTab / Online programma

ProgTab

Een van de frequent optredende wijzigingen binnen een Schadeverzekeringsbedrijf is de regelmatige aanpassing van premietabellen, rekenregels, polisvoorwaarden, clausulebladen en te printen tekst op de brieven voor de cliënten. Behalve op papier, tariefboekjes en voorwaardenbladen, werd al deze informatie ook ingeprogrammeerd in zeer veel programma's. Bij elke wijziging hiervan moeten niet alleen de papieren versies, maar ook alle betrokken programma's worden aangepast en opnieuw uitgebreid getest. Een heidens karwei met zeer grote risico's. Immers, de kleinste fout, vooral als die niet tijdig ontdekt werd, kon er voor zorgen dat vele dagen productie verkeerd aangemaakt werd en dat alle betrokken cliënten en tussenpersonen ingelicht moesten worden over de ontstane situatie.

In overleg met de vakafdelingen namen we het besluit om al deze variabele gegevens uit de programmatuur te halen en deze vast te leggen in door de vakafdeling muteerbare bestanden op de computer. Het systeem stond bekend onder de naam PROGTAB.

Elke reken-, print- en premieregel was voorzien van een indicatie voor welke verzekering hij bedoeld was, tezamen met een ingangs- en einddatum. Meerdere versies van dezelfde regel waren toegestaan, waardoor het bijvoorbeeld mogelijk werd om nieuwe premietabellen alvast in te voeren en hiermee uitgebreid te testen. Hierdoor werden verzekeringsdeskundigen en automatiseringspersoneel niet meer onaangenaam verrast als later bleek dat er ergens een foutje in de tabellen zat. De vakafdeling was nu verantwoordelijk voor de juistheid van de opgeslagen informatie en de automatiseringmensen voor het op de juiste manier toepassen.

Een zucht van verlichting ging over de afdelingen toen dit systeem werd opgeleverd.

Het online programma



NCR beeldscherm met de heer Greshof


Een van de pijlers waarop de aanschaf van de Century rustte was de mogelijkheid om middels beeldschermen (ook wel CRT's of terminals genoemd) informatie op te vragen uit het polisbestand. De apparatuur was in die tijd nog behoorlijk primitief en kostbaar, zodat er per afdeling slechts één of slechts enkele beeldschermen konden worden opgesteld.

De benodigde apparatuur was inmiddels afgeleverd en stond al enige tijd (bijna een jaar) in de kelder opgeslagen. Op een gegeven moment werden links en rechts lastige vragen gesteld, zoals 'waarom zulke dure dingen staan weg te roesten in de kelder'. Achter de schermen begon de directie veel druk uit te oefenen op de leiding van het CCC (Commercieel Computer Centrum, volle dochter van DZP, waarin alle automatiserings- activiteiten waren onder gebracht).
Maar ja, met de kleine staf waaruit het CCC bestond en de vele taken die er lagen, moesten er keuzes gemaakt worden wat voorrang had en wat niet. Bovendien had NCR problemen met de database software (FAMOUS) en waren er nog geen cursussen voorhanden, terwijl de documentatie uiterst summier was.

Uiteindelijk waren deze problemen opgelost en kon het 'feest' beginnen.

Zoals bij vrijwel alle NCR software, was alleen het hoogstnoodzakelijke aanwezig. Een Operating Systeem dat transactieverwerking toestond (het 'B2'-systeem) en wat extra instructies in de compiler om de beeldschermconfiguratie te kunnen beschrijven en aan te sturen. De rest was voor de online-programmeur. NCR gaf wel online cursussen, maar die waren in de begintijd verre van volledig. Het was allemaal zo nieuw, dat zelfs de docenten nog niet in de gelegenheid waren geweest om zelf programma's te schrijven en te testen. Het enige wat zij konden doen was theoretische kennis overdragen. Elke vraag kreeg het standaard antwoord: “Dat zoeken we op”. Kennelijk hebben ze het niet kunnen vinden, want er kwam nooit antwoord.
'Zelf uitvinden in de praktijk', was het motto. En eerlijk gezegd zat de online programmeur daar niet zo mee. Een nieuwe uitdaging lag immers in het verschiet en het was nog leuk ook. Na eerst een testmodule te hebben ontwikkeld om het systeem te doorgronden, werd begonnen met het ontwikkelen van het online programma zelf. Afgesproken was dat er eerst een programma gemaakt zou worden dat uitsluitend informatie kon opvragen uit het polisbestand, omdat eerst de benodigde kennis binnen automatisering moest worden opgebouwd en ten tweede was werken met beeldschermen iets totaal nieuws en een hele omschakeling voor de vakafdelingen.
In een later stadium zouden we dan gaan denken hoe we het opvragen zouden kunnen versnellen en mutaties zouden kunnen invoeren en verwerken, nadat een zekere gewenning zou zijn opgetreden.

Tevens werd besloten om de beeldschermopbouw identiek te maken aan het Data Invoer Formulier dat gebruikt werd om nieuwe posten en mutaties te verponsen. Dit had ook een praktische reden: het beeldscherm geheugen kon per CRT maximaal 511 tekens bevatten, waarvan er 490 gebruikt konden worden als zichtbare tekst en besturingsinformatie. De overige tekens werden gebruikt door de hardware zelf. Erg beperkt allemaal, en je moest vele malen pagineren om alle informatie in het record te kunnen bekijken.
Er werd een speciale versie van de macro CCCREC gemaakt, die voortaan onder de naam CCQREC door het leven ging. De records werden in het onlineprogramma namelijk op een totaal andere manier benaderd dan in gewone applicatie programma's en er werd functionaliteit toegevoegd die uitsluitend in het online programma werd gebruikt. In de compiler werden aanpassingen gemaakt zodat alleen het onlineprogramma deze speciale macro kon en mocht toepassen.

Op een van de harde schijven van het centrale computer systeem werd bijgehouden welke acties er op de beeldschermen plaatsvonden, zodat de opvrager zo min mogelijk hoefde in te typen en met functie toetsen door de beschikbare polisgegevens kon springen, wat ook nog eens voor extra snelheid zorgde, omdat een harde schijf aanmerkelijk sneller te benaderen is dan een CRAM.

Toen de ontwikkeling van het online-programma in een ver gevorderd stadium was, werd begonnen met de installering van de terminals op de vakafdelingen. Er waren maar 26 terminals, dus elke afdeling kreeg er slechts één of enkele toebedeeld. De chefs vonden dat zij er in ieder geval eentje op hun bureau moesten hebben (toen echter duidelijk werd dat zijn medewerkers dan voortdurend aan zijn bureau zouden hangen om gebruik te maken van het opvraagsysteem, zorgde dat er al snel voor dat deze wens minder dringend was).

Testen

De grote dag brak aan: het programma zou voor het eerst getest worden. Bijna alle medewerkers van het CCC bleken activiteiten gepland te hebben in en rond de computerzaal om vooral niks te missen. Jammer voor allen, maar er bleek een hardware onderdeel (multiplexor) niet correct aangesloten te zijn en er viel niets te zien.
Daarna moesten eerst nog de programmeerfoutjes er uit gehaald worden, gezorgd te worden dat de beeldschermconfiguratie correct in het programma beschreven stond en had de technicus (Wim Jacobs) zijn handen vol om de hardware aan de praat te krijgen; ook voor hem was het allemaal nieuw.

Na hard zwoegen werd zowel de hardware als het programma werkend opgeleverd en kon begonnen worden met opleiding van de medewerkers op de vakafdelingen. Eerst door de auteur, later door AVG/BOB.

In de OR DZP/RAM vergadering van 17 januari 1974 werd door de directie aangekondigd dat in het kader van productiviteitsverbetering “de terminals in gebruik genomen worden” en dat in een volgende vergadering “een deskundige toelichting zal geven op de gevolgen hiervan voor de werkmethoden in ons bedrijf”.

En in de OR DZP/RAM vergadering van 21 februari 1974 geeft de heer Gelderman op verzoek van de OR een uiteenzetting over de gevolgen hiervan voor de werkzaamheden. Hij deelt mede dat het dan mogelijk is gegevens uit de computer op te vragen via beeldbuizen.

In de OR DZP/RAM vergadering van 16 oktober 1974 werd door de heer Stolk mededeling gedaan “over de bevredigende werkwijze van de terminals”.



Wie wel en wie niet...

De medewerkers op de vakafdelingen volgden intussen met argusogen wie wel en wie niet in aanmerking zouden komen om het nieuwe systeem te mogen gebruiken. De meeste jongeren wilden allemaal wel, de meeste ouderen wilden er niets van weten, want die vonden 'dat gedoe met die beeldbuizen maar niks, dat zou alleen maar arbeidsplaatsen kosten' en 'ik ben veel te oud om dat nog te leren'. Later hebben enkele spijtoptanten alsnog een nascholing gehad om met de beeldbuizen te kunnen werken.

Een uurtje

In de beginperiode stond het online systeem slechts één uur per dag ter beschikking, tussen 11 en 12 uur, na de dagrun. Al snel werd dit uur ten volle benut en gaf enorme tijdsbesparing op de vakafdeling omdat er niet meer moeizaam hoefde te worden gezocht naar dossiers in de archieven als je iets wilde weten (het kon soms wel eens een paar dagen duren voor er weer een dossier boven water was; sommige medewerkers hadden de gewoonte om ze in hun bureau te leggen, in plaats van terug te sturen naar het archief). Wat in de begintijd wel als probleem werd ervaren waren de soms onverklaarbaar lange responsetijden en dat je door de hele post moest scrollen om alle informatie die nodig was bij elkaar te zoeken (dit werd mede veroorzaakt door het relatief geringe aantal tekens dat tegelijk op het beeldscherm zichtbaar kon worden gemaakt).

Straling

Enkele medewerkers binnen het bedrijf maakten zich zorgen over mogelijk stralingsgevaar van de terminal en dat het wellicht schadelijk kon zijn voor de ogen. De heer Stolk antwoordde dat het “volgens deskundigen niet het geval zou zijn”.

We willen meer...

Na een tijdje kwam vanzelf de vraag om de online-periode uit te breiden en om ook online wijzigingen te kunnen aanbrengen (invoeren mutaties), alhoewel het heel wat voeten in de aarde had voor het zover was (“de directie was er op aan het studeren”). De online-periode werd eerst uitgebreid naar de hele morgen en een tijdje daarna de hele dag.

Wijzigen

De vraag om te kunnen muteren was voorzien. Het online programma werd op dat moment al uitgebreid met allerlei nieuwe functies:

  • realtime update van de database
  • selectie van update faciliteiten per terminal medewerker
  • invoeren van mutaties om in de batchrun verwerkt te worden
  • dynamische in- en uitschakeling van terminals (om onbekende redenen vielen er soms terminals uit, soms tijdens gebruik, soms als er een poosje niet op gewerkt was; om deze terminals weer te kunnen benutten moest het online programma herstart worden, wat ten koste ging van het hele bedrijf; met deze nieuwe functie kon een operator terminals uitschakelen of weer online zetten)
  • mogelijkheid voor de operator om berichten naar één of meer terminals te sturen
  • shut-down aankondiging: de operator kon aangeven dat het online programma op een bepaalde tijd gestopt of herstart zou worden; de medewerkers op de vakafdeling kregen vanaf dat moment op het beeldscherm te zien hoelang er nog gewerkt kon worden; opvragen van informatie kon tot op het laatste moment doorgaan, nieuwe mutaties werden niet meer geaccepteerd als het enkele minuten voor sluitingstijd was
  • status bijhouden van elke terminal, zodat na een eventuele herstart kon worden doorgegaan waar men gebleven was
  • bijhouden van statische en technische informatie ten behoeve van de technicus, zodat hij tijdig preventief onderhoud kon plegen als apparatuur kuren ging vertonen (de 'tally-tables').


Konijnen

Speciaal voor dit doel werden er twee extra harde schijven met grote capaciteit aangeschaft (met de bijnaam 'konijnenhokken'), waardoor er nog efficiënter gewerkt kon worden.

Doordat de operators van de Century in ploegendienst werkten, kon de online-periode worden uitgebreid en was het systeem bijna de gehele dag ter beschikking (1978). In drukke perioden soms ook 's avonds en in het weekend.

De 26 beeldschermen waren als volgt over de afdelingen verdeeld (stand per 14 oktober 1977):

Afdeling aantal
Brand 1
Varia schaden 2
AVG 9
Auto schaden 3
Ponsafdeling 2
RAM 1
Programmering 1
Boekhouding 1
ABN Schiedam
(via PTT huurlijn/modem verbinding)
6


Efficiency Beurs

Jaarlijks werd in de RAI te Amsterdam een Efficiency Beurs gehouden, waar allerlei nieuwe bedrijfstoepassingen werden getoond. Computerbedrijven, zoals NCR, waren daar ook aanwezig.
In 1974 vroeg NCR aan DZP of zij interesse had om met enkele CRT's (terminals, beeldschermstations) op hun stand te staan en het online programma te demonstreren (de Beurs werd gehouden van 8 t/m 16 oktober 1974).

Er werd speciaal voor deze Beurs een extra toevoeging in het online programma gemaakt, waarmee alle transacties die via de Beurs werden ingevoerd herkend werden en niet iedereen zomaar alles kon bekijken. Bezoekers konden hun naam opgeven en het programma toonde welke polissen bij DZP verzekerd waren. Als ze zich konden identificeren werd uitgebreide informatie getoond, in het andere geval werd alle privacygevoelige informatie onderdrukt.

Voor NCR betekende het dat zij met hun online faciliteiten aan de weg konden timmeren, voor DZP zorgde het voor extra naamsbekendheid, vooral door het grote uithangbord dat boven de stand hing en als blikvanger gold.
De stunt was geslaagd en na de Beurs waren zowel DZP als NCR uiterst tevreden. Veel verzekeringsmaatschappijen waren een beetje jaloers (sommige maatschappijen spreken nog steeds over 'stinkend jaloers') op DZP dat zij het aangedurfd hadden om online op de Beurs te gaan staan.

lees verder Computers:NCR-Century (4)